De aangifte van overlijden wordt in eerste instantie in de buitenlandse gemeente waar de persoon is overleden gedaan. Wanneer deze aangifte is verwerkt, kan de overlijdensakte worden opgevraagd. Meestal wordt de overlijdensakte samen met het lichaam mee naar Nederland gebracht. Ook geven lokale instanties een zogenaamde laissez-passer af. Dit is een document dat de nabestaanden toestemming geeft om het lichaam van de overledene naar Nederland te vervoeren.
Het kan in enkele gevallen voorkomen dat lokale autoriteiten dit document niet willen of kunnen afgeven. In dat geval kan de Nederlandse ambassade in het betreffende land hierbij bemiddelen. Voordat de Nederlandse ambassade bemiddeld, moeten de nabestaanden al aantoonbaar voorbereidingen getroffen hebben voor het vervoer van het lichaam naar Nederland. Ook een uittreksel uit het overlijdensregister en doktersverklaring is hiervoor nodig.
Met de overlijdensakte uit het buitenland kan vervolgens ook aangifte gedaan worden in Nederland. Deze aangifte moet in Nederland plaatsvinden bij de gemeente waarin de overledene woonachtig was. Vanaf dit moment volgt het proces de gebruikelijke route tot de uitvaart.